Het coronavirus is ook in Europa bezig aan een indrukwekkende opmars. Een groot deel van Italië is inmiddels op slot, en ook binnen Nederland loopt het aantal coronabesmettingen op. Rigoureuze maatregelen zullen ook hier waarschijnlijk niet uit kunnen blijven. Maar wat zijn eigenlijk de verplichtingen van werkgevers?

Zorgplicht werkgevers

Op grond van artikel 658 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (BW), de Arbeidsomstandighedenwet en de arboregelgeving heeft u als werkgever de plicht om te zorgen voor de veiligheid en gezondheid van uw werknemers. Daarbij moet u de maatregelen nemen die “redelijkerwijs nodig zijn” om te voorkomen dat uw werknemers schade lijden in de uitoefening van hun werkzaamheden.

Deze zorgplicht brengt met zich mee dat u, uiteraard binnen redelijke grenzen, voorzorgsmaatregelen moet nemen om de verspreiding van het coronavirus binnen uw onderneming tegen te gaan. Zo hebben veel werkgevers al extra zeep ingeslagen en flesjes desinfectiegel en mondkapjes verspreid. Ook houden veel bedrijven extra schoonmaakrondes, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan lift-, deur- en lichtknoppen, toetsenborden en muizen (in kantoortuinen), koelkasten en koffiezetapparaten. Veel internationale bedrijven hebben zakenreizen naar risicogebieden uitgesteld en het kantoorpersoneel de mogelijkheid gegeven om thuis te werken. En hoewel u een werknemer zonder klachten officieel niet mag weren van de werkvloer, heeft een aantal bedrijven werknemers die (privé) in risicogebieden zijn geweest wel verplicht om twee weken thuis te werken.

Hoe ver uw zorgplicht als individuele werkgever precies reikt, verschilt per branche en is dus moeilijk te zeggen. In het algemeen geldt wel: hoe groter de kans op besmetting binnen uw bedrijf, hoe groter de zorgplicht. Wij adviseren u bij vragen te overleggen met uw bedrijfsarts of arbodienst en samen met uw werknemers naar oplossingen te zoeken. Verder is het van belang om de richtlijnen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) op te (blijven) volgen.

Thuiswerken

Als thuiswerken een optie is, is het goed om daar (schriftelijke) afspraken over te maken, zeker op het moment dat het aantal werknemers dat gaat thuiswerken toeneemt. Zo kunt u bijvoorbeeld afspraken maken over bereikbaarheid, agendabeheer en de Arbowetgeving. In principe heeft een werknemer niet het recht om thuis te werken, enkel uit angst voor besmetting.

Kunnen uw werknemers niet thuiswerken én hebben zij veel contact met klanten? Zorg dan dat uw werknemers de richtlijnen van de overheid over afstand en contact in acht nemen. Vanuit commercieel oogpunt is het ook goed om uw klanten daarover te informeren. Zo weten zij dat uw medewerkers niet onbeleefd willen zijn, maar uit veiligheidsoverwegingen geen hand geven of afstand houden.

Geen arbeid, toch loon

Werknemers die het coronavirus hebben opgelopen en daarvan klachten ondervinden, zijn ziek. Zij hebben uiteraard recht op doorbetaling van hun salaris.

Maar hoe zit dat met werknemers die niet ziek zijn, maar op advies van GGD of RIVM in thuisquarantaine moeten blijven omdat zij in contact zijn geweest met een coronapatiënt? Bij veel kantoorfuncties zal deze werknemer zijn werk ook prima thuis kunnen doen en is er dus niet zo veel aan de hand. Maar werknemers van wie de werkzaamheden het niet toelaten om thuis te werken, bijvoorbeeld omdat zij in de zorg, de transportsector of in een productie-omgeving werken, zullen thuis weinig kunnen doen. Desondanks behouden deze werknemers wel recht op loon.

Sinds 1 januari 2020 is namelijk het vernieuwde artikel 7:628 BW van kracht. Daarin is de hoofdregel opgenomen dat een werknemer die geen arbeid verricht in beginsel het recht op loon behoudt, als de oorzaak van het niet verrichten van arbeid in redelijkheid voor rekening van de werkgever behoort te komen.

Dit heeft tot gevolg dat als uw werknemer vanuit de overheid verplicht wordt om in thuisquarantaine te blijven, hij het recht behoudt op doorbetaling van zijn salaris. Dat is ook het geval als scholen dichtgaan en werknemers thuis moeten zijn om voor hun kinderen te zorgen. Ouders hebben in dat geval namelijk recht op calamiteitenverlof, waarbij het salaris moet worden doorbetaald, tenzij in de cao andere afspraken zijn gemaakt.

Als een werknemer, ondanks alle waarschuwingen van de overheid, doelbewust is afgereisd naar een risicogebied en daar vast komt te zitten of ziek wordt, zou er wel sprake kunnen zijn van een omstandigheid die voor zijn eigen rekening behoort te komen. Ook als uw werknemer alleen uit angst thuisblijft heeft hij geen recht op doorbetaling van het loon. U kunt dan afspraken maken over het opnemen van (onbetaald) verlof.

Werktijdverkorting

De economie lijdt op dit moment flink onder het coronavirus. Beurskoersen kelderen, de handel met China en Noord-Italië ligt vrijwel stil. Veel bedrijven zien hun orders of aanvoer dus teruglopen. Daardoor kunnen productielijnen stil komen te liggen. Als dat bij u ook het geval is en u als gevolg hiervan minder werk heeft voor uw werknemers, heeft u de mogelijkheid om een vergunning voor werktijdverkorting aan te vragen bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dat kan als u 2 tot 24 weken minimaal 20% minder werk hebt als gevolg van het coronavirus.

Wijst het ministerie uw aanvraag toe? Dan compenseert het UWV de uren waarin uw werknemers niet konden werken. Deze vergoeding is gemaximeerd op het maximale dagloon. De vergunning geldt dan maximaal 6 weken, maar kan opnieuw worden aangevraagd.

Gaat de coronacrisis erg lang duren en komt uw bedrijf daardoor structureel in zwaar weer? Dan kunt u wellicht werknemers ontslaan op grond van bedrijfseconomische redenen. Uiteraard hopen wij dat het zo ver niet hoeft te komen.

Vragen

Heeft u vragen dit artikel? Of over de maatregelen die u als werkgever wilt of moet nemen? Dan kunt u natuurlijk altijd contact opnemen met Linda Bijl en Isabelle Delcour, l.bijl@oprecht.nl en i.delcour@oprecht.nl, telefoonnummer 0229-285070.