In de huidige crisis bent u net als veel andere ondernemers waarschijnlijk hard aan het werk om uw financiële positie te verstevigen: u heeft uitstel van belasting, steunmaatregelen en extra krediet aangevraagd, uw debiteurenafdeling gevraagd vorderingen voortvarend te innen en wellicht ook betalingen (van huur, vakantiegeld en/of bonussen) opgeschort. Toch zou het kunnen dat uw onderneming het niet gaat redden. Waar moet u dan op letten?
Onderneming in zwaar weer
Zodra uw onderneming serieus in zwaar weer komt en u vermoedt dat u het niet gaat redden, is het zaak dat u voorzichtig te werk gaat. In een eventueel faillissement zal de curator namelijk onderzoeken of er sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid. Om die reden heeft u in zwaar weer geen volledige vrijheid meer om zelf te bepalen welke vorderingen u nog wel voldoet en welke niet meer. Ook moet u voorzichtig zijn met het aangaan van nieuwe betalingsverplichtingen, zowel bij nieuwe als bij bestaande leveranciers.
Daarnaast is het met het oog op een mogelijk faillissement van belang om te controleren of u (intern) de zaken goed heeft vastgelegd. Denk daarbij aan managementovereenkomsten, notulen, rekening-courantverhoudingen, verrekenafspraken, leenakten en pandrechten. Op dat laatste onderwerp ga ik in dit blog graag dieper in.
Pandrechten
Het pandrecht is een zogenaamd zekerheidsrecht. Het biedt een schuldeiser zekerheid: als de debiteur (pandgever) de vordering niet betaalt, kan de schuldeiser (pandhouder) zich verhalen op een onderpand. Een pandrecht kan worden gevestigd op verschillende roerende zaken, zoals de inventaris en voorraden, maar ook op debiteurenvorderingen en aandelen. Bij het vestigen van een pandrecht is het aan te bevelen dat de schuldeiser de te verpanden goederen zo ruim mogelijk formuleert. Bijvoorbeeld met de formule: “Ter zekerheid van al hetgeen Schuldeiser te vorderen heeft op Schuldenaar wordt een pandrecht gevestigd op alle huidige en toekomstige goederen (o.m. bestaande uit…etc.)”.
Een pandrecht geeft de pandhouder twee belangrijke voordelen ten opzichte van gewone schuldeisers. Als de pandgever niet betaalt, mag de pandhouder de verpande zaken verkopen en zich op de opbrengst verhalen. En gaat de debiteur failliet? Dan kan de pandhouder zich met voorrang op de verpande zaken verhalen en hoeft hij zijn vordering niet in het faillissement in te dienen.
Als uw onderneming in zwaar weer dreigt te komen, is het belangrijk om te na te gaan of u voor uw eigen vordering op uw werkmaatschappijen wel een pandrecht heeft gevestigd. En zo ja, te controleren of aan alle formaliteiten is voldaan. Dat is belangrijk, want als dat niet zo is hebt u geen zekerheid of draait u indirect alsnog zelf op voor de verplichtingen van een ander.
Zo is het bijvoorbeeld niet ongebruikelijk dat een bestuurder in privé middels zijn houdstermaatschappij een lening aan de B.V. verstrekt en daarbij een pandrecht op de debiteuren verkrijgt. Wat echter nog wel eens over het hoofd wordt gezien, is het feit dat een bij de Belastingdienst geregistreerde pandakte alleen geldt voor de op dat moment bestaande debiteuren. De vorderingen op nieuwe debiteuren moeten steeds opnieuw worden verpand én geregistreerd.
Daarnaast komt het regelmatig voor dat bestuurders in privé of vennootschappen binnen een concern – naast een pandrecht – ook een borgstelling afgeven als zekerheid voor een bankschuld. Kleeft er echter een gebrek aan het pandrecht van de bank, waardoor het in het faillissement niet in stand blijft? Dan zal de bank zich niet kunnen verhalen op het pandrecht. In dat geval zal de bank zich tot de bestuurder(s) of andere vennootschappen richten en de borgstelling inroepen.
Conclusie
In het zicht van een mogelijk faillissement is het van belang om niet alleen voorzichtig te zijn met het doen van betalingen en het aangaan van verplichtingen, maar ook interne afspraken heel zorgvuldig na te gaan en – indien nodig en mogelijk – alsnog goed vast te leggen.
Heeft u vragen dit artikel? Of wilt u weten waar u als bestuurder in aanloop naar een mogelijk faillissement nog meer op moet letten? Dan kunt u altijd contact opnemen met Martijn Helmstrijd via m.helmstrijd@oprecht.nl of telefoonnummer 0229-285070.