Eindelijk is er een wetsvoorstel tot modernisering van personenvennootschappen in voorbereiding. Het voorontwerp geeft een modern wettelijk kader voor maatschappen, vennootschappen onder firma en commanditaire vennootschappen. Het doel is een moderne toegankelijke regeling die ondernemers faciliteert, passende bescherming biedt aan schuldeisers en zekerheid aan het handelsverkeer.

Nederland telt bijna 250.000 personenvennootschappen. Deze rechtsvorm is vooral populair in het midden- en kleinbedrijf, de dienstverlening en de agrarische sector. Zonder al teveel formaliteiten en tegen geringe kosten kunnen personen die bedrijfsmatig met elkaar willen samenwerken een onderneming starten. De huidige wetgeving voor de personenvennootschappen stamt uit de 19e eeuw en sluit niet meer aan bij de behoeften van de moderne ondernemer. Zo zijn er niet of nauwelijks mogelijkheden tot bedrijfsoverdracht en is onduidelijk of zekerheidsrechten worden gevestigd op het aandeel van de vennoten in een personenvennootschap. Verder bevat de huidige wetgeving verschillende onduidelijkheden.

Er is daarom alle reden om tot vervanging van de wetgeving over te gaan. Op basis van een ontwerp van een werkgroep uit de praktijk onder voorzitterschap van prof. M. van Olffen, is tot het wetsvoorstel gekomen.

Wat verandert er?

Het wetsvoorstel beoogt een duidelijke en eenvoudige regeling te bieden met passende waarborgen voor vennoten en schuldeisers. Onderwerpen als toetreding en uittreding van vennoten, vertegenwoordiging van de vennootschap en de rechtsverhouding tussen de vennoten zijn in het wetsvoorstel opgenomen. Het wetsvoorstel bevordert de start, groei en beëindiging van activiteiten doordat het eenvoudiger wordt om goederen op naam van de vennootschap te zetten en om vennoten te laten toe- en uittreden. Ook geeft het nieuwe mogelijkheden om financiering aan te trekken door vestiging van zekerheidsrechten. De belangen van schuldeisers zijn geborgd door het uitgangspunt van hoofdelijke verbondenheid van de vennoten van de vennotschap. Een paar voorbeelden van de voorgestelde wijzigingen in het wetsvoorstel:

Rechtsvormen
Het voorontwerp voorziet in twee rechtsvormen, namelijk de vennootschap en de commanditaire vennootschap. Onder het huidige recht wordt nog een onderscheid gemaakt: beoefenaren van beroepsactiviteiten kunnen de maatschap of de vennootschap onder firma als rechtsvorm kiezen, terwijl beoefenaren van bedrijfsactiviteiten alleen de vennootschap onder firma als rechtsvorm beschikbaar hebben. Het belangrijkste verschil tussen deze twee rechtsvormen ligt vooral in de aansprakelijkheid van de vennoten voor schulden. Bij een maatschap zijn maten aansprakelijk voor gelijke delen, terwijl vennoten van de VOF hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het geheel. Dit onderscheid tussen de maatschap en de vennootschap onder firma verdwijnt.

Rechtspersoonlijkheid
De vennootschap wordt een rechtspersoon en kan daardoor zelfstandig deelnemen aan het rechtsverkeer. Dit betekent dat de vennootschap goederen in eigendom kan verkrijgen. Als de vennootschap is ingeschreven in het handelsregister kan de vennootschap ook registergoederen verkrijgen en erfgenaam worden.

Toe- en uittreden
De huidige wet voorziet niet in een toe- of uittreedregeling. In de praktijk moet de oude vennootschapsovereenkomst worden ontbonden en moet een nieuwe worden gesloten of voorziet de vennootschapsovereenkomst in ingewikkelde verblijfs- en overdrachtsbedingen. Het voorontwerp voorziet in de mogelijkheid om eenvoudiger toe- en uit te treden, op basis van de bestaande vennootschapsovereenkomst. Een uittredende vennoot is bovendien vanaf vijf jaar na uittreding bevrijd van de verplichtingen richting derden. Een toetredende vennoot wordt pas na toetreden aansprakelijk voor alsdan opeisbare vorderingen. Bij uittreding zal de uittreder bovendien recht hebben op een uittredingsvergoeding. Ook de rechtspersoonlijkheid maakt het toe- en uittreden van de vennoten makkelijker, aangezien een aandeel in goederen niet langer aan een toetreder hoeft te worden overgedragen en/of van de uittreder hoeft te worden overgenomen. De vennootschap kan immers eigenaar van deze goederen zijn (en blijven).