Steeds meer ondernemingen krijgen te maken met fraude. In de meeste gevallen zijn het werknemers die de fraude plegen en leidt het ontdekken van die fraude tot ontslag op staande voet. Fraude is, na diefstal, de meest gegeven reden voor ontslag op staande voet: in 13% van de ontslagen op staande voet is fraude de aanleiding. Maar een dergelijk ontslag houdt bij de rechter niet altijd stand. Oprecht Advocaten legt uit waar u als werkgever op moet letten.

Onderzoek naar fraude door een werknemer

Als u het vermoeden heeft dat een van uw medewerkers zich schuldig maakt aan fraude mag u hem niet direct op staande voet ontslaan. U moet eerst uw vermoedens goed (laten) onderzoeken. Daarmee stelt u niet alleen de feiten vast, maar verzamelt u ook bewijs. Rechters stellen strenge eisen aan dat bewijs, juist omdat ontslag op staande voet grote gevolgen heeft voor een werknemer. Het dienstverband eindigt immers per direct, hij heeft geen recht op loon en kan ook geen aanspraak maken op een uitkering.

U kunt het onderzoek zelf uitvoeren, maar ook een forensisch accountant of een recherchebureau inschakelen. Het uitbesteden van het onderzoek heeft als voordeel dat het door een onafhankelijke partij wordt uitgevoerd. Rechters stellen dit op prijs.

Waar u ook voor kiest, u blijft er als werkgever voor verantwoordelijk dat het onderzoek aan de wettelijke vereisten voldoet. Dat betekent dat:

  • Er sprake moet zijn van een ernstige verdenking of concreet vermoeden van fraude door de werknemer.
  • U alleen in geval van ernstige verdenkingen en als dat noodzakelijk is het onderzoek voor de werknemer mag verzwijgen.
  • Het onderzoek, in verhouding tot het met het onderzoek te dienen doel, geen onevenredige inbreuk mag maken op de rechten van de werknemer (proportionaliteit). Denkt u daarbij aan zijn privacyrechten op grond van artikel 10 van de Grondwet en de AVG.
  • Het onderzoek niet op een ander, minder ingrijpende wijze moet kunnen worden uitgevoerd (subsidiariteit).
  • U zich ook tijdens het onderzoek als een goed werkgever moet gedragen. In dat kader is het – hoewel niet altijd verplicht – goed om altijd het beginsel van hoor en wederhoor toe te passen en uw werknemer de gelegenheid te geven zijn zienswijze naar voren te brengen. Het liefst op een zodanig moment dat het nog van invloed kan zijn op uw oordeel. Dit voorkomt dat u alleen op basis van uw eigen oordeel te snel overgaat tot ontslag op staande voet.

Schorsing tijdens het onderzoek?

Als u de werknemer tijdens het onderzoek wilt schorsen moet daar een gegronde reden voor bestaan en moet u dit deugdelijk gemotiveerd aan uw medewerker laten weten. Is die gegronde reden er niet? Dan moet u hem gewoon toelaten tot het werk.

Ontslag op staande voet

Blijkt uit het onderzoek dat uw werknemer inderdaad fraude heeft gepleegd? Dan mag u hem op staande voet ontslaan als:

  • Er sprake is van een dringende reden. Fraude is doorgaans zo’n dringende reden, maar rechters kijken daarbij wel naar alle omstandigheden van het geval. Zo kijken zij bijvoorbeeld naar de omvang en ernst van het frauduleuze feit en het arbeidsverleden van uw werknemer, maar bijvoorbeeld ook naar de privé-omstandigheden van de werknemer en uw interne beleid/gedragsregels.
  • U de medewerker onverwijld ontslaat. Uit de rechtspraak blijkt dat u gerust eerst onderzoek mag doen, juridisch advies mag inwinnen en hoor en wederhoor mag toepassen, maar dat u de werknemer wel onverwijld moet ontslaan op het moment dat vaststaat dat hij fraude heeft gepleegd.
  • U de werknemer de dringende reden onverwijld heeft medegedeeld.

Conclusie

Bereidt u een ontslag op staande voet wegens fraude, ondanks de voortvarendheid waarmee u moet handelen, altijd goed en zorgvuldig voor. Heeft u vragen over ontslag op staande voet? Of de andere mogelijkheden die u heeft bij fraude door werknemers? Neem dan contact op met Oprecht Advocaten, ons team arbeidsrechtspecialisten staat voor u klaar!